Kirsten Verdel, schrijfster van het boek, was in het tumultueuze jaar 2009
aangesteld als bewaker van het imago van DSB Bank. Aanvankelijk was ze
wantrouwend door de verhalen over de dubieuze verkooppraktijken bij DSB
Bank, zo liet ze donderdag 9 september bij de boekpresentatie weten.

Inmiddels is ze boos. Boos op de Autoriteit Financiële Markten (AFM), De
Nederlandsche Bank (DNB) en de bewindvoerders, later curatoren, van DSB
Bank. Ook Scheringa maakte bij de overhandiging van het eerste exemplaar van
zijn hart geen moordkuil.

Z24 spitte ‘Project Homerus’ alvast door.

AFM van Hoogervorst
De wrok bij Scheringa en zijn team zat vooral bij de communicatie tussen de
gedragstoezichthouder AFM en DSB Bank. De AFM was op moeilijke momenten voor
DSB Bank steevast onbereikbaar voor de bank. Dit begon eigenlijk bij de
bekendmaking van boetes die DSB in mei 2009 moest betalen voor het
verstrekken van te ruime kredieten.

De AFM zorgde, in de beschrijving van Verdel, voor onrust bij klanten van DSB
en hield zich niet aan de geheimhoudingsplicht. Sinds deze bekendmaking
werden de maandelijkse afspraken voor overleg met DSB elke keer afgelast.
Van goed contact was dus zeker geen sprake, valt op te maken uit het
‘Project Homerus’.

Groot onbedrip is er ook voor de min of meer nadrukkelijke pogingen van AFM en
hoofdtoezichthouder DNB om Scheringa weg te krijgen als topman van DSB Bank,
in de periode voorafgaand aan het faillisement van oktober 2009.

Wellink's DNB
Net als de AFM was toezichthouder DNB in de ogen van Scheringa en de zijnen
slecht bereikbaar tijdens de crisismaanden van 2009. In die periode heeft
Scheringa slechts een half uur met DNB-president Nout Wellink gesproken,
maar dat kwam alleen doordat hij zijn Wellink's binnen stapte. Eigenlijk had
DSB de toezichthouder op de hoogte willen stellen van de vreemde opstelling
van de AFM. Maar ook wilde Scheringa de verbeteringen in het
verdien-bestuurmodel bekend maken.

Scheringa is verder niet blij met de manier hoe DNB met de neergang omging.
Net toen er een regeling getroffen kon worden met gedupeerde klanten die
zich rond Jelle Hendricks hadden verzameld, moest Scheringa aftreden van
DNB. Dat zou de commotie alleen maar hebben vergroot.

Kuiper en Schimmelpenninck
De komst van Joost Kuiper en Rutger Schimmelpenninck als bewindvoerders,
nadat de noodregeling voor DSB Bank op 12 oktober 2009 van kracht was
geworden, bracht weinig goeds, aldus de schets van Verdel. Regelmatig
spraken de bewindvoerders over een naderend faillissement, in plaats van dat
ze er alles aan deden om de bank levend te houden.

Toen DSB Bank nog zocht naar steunmaatregelen bij de staat, liet
Schimmelpenninck weten dat hij pas aan het werk kon bij een faillissement.
In het boek is te lezen dat hij en Kuiper zich al die tijd al richten op een
faillissement en er van uit gingen dat dit lot onomkeerbaar was. Tijdens de
gesprekken met mogelijke financiers remden zij de ontwikkelingen, terwijl er
juist haast geboden was.

Parlementaire enquête
Scheringa en Verdel lieten tijdens de presentatie nog maar eens geëmotioneerd
weten te hopen op een parlementaire enquête om de rol van bovenstaande
kwelgeesten eens goed onder de loep te kunnen nemen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl